Juni 2014 |
Als jong meisje was ik eigenlijk al een beetje te dik. Omdat ik als peuter door de gevolgen van mijn aangeboren hartafwijking érg mager was, gaf dit toen nog geen reden tot bezorgdheid. Iedereen was blij dat ik at en er goed uitzag.
Maar aan het einde van de basisschool had ik behoorlijk wat overgewicht en werd dit een probleem. De kindercardioloog waarschuwde dat dit voor mijn hart natuurlijk niet goed was. Mijn moeder gaf aan dat ik niet te veel at, maar dat ik vanwege mijn slechte conditie weinig kon bewegen. Ook de arts onderkende dit.
Tijdens de pubertijd had ik veel moeite met mijn overgewicht. Ik probeerde wel eens om over te geven na het eten, maar dat lukte niet. Soms at ik een periode heel erg weinig en dan viel ik een paar kilo af. Daarna lukte het gewoon niet meer, ook niet als ik nóg minder at.
Later kwam ik onder begeleiding van diverse diëtisten. Ik hield eet-dagboeken bij en kreeg over het algemeen het advies vooral méér te eten, omdat mijn verbranding veel te traag was geworden. Wanneer ik dit deed, kwam ik aan. Meer sporten kon nog altijd niet en zelf zag ik mijn beperkte mogelijkheden om te bewegen als voornaamste oorzaak van mijn overgewicht. Ook door artsen en diëtisten werd dit keer op keer bevestigd. Als ik hen soms huilend vroeg wat ik dan moest doen om af te vallen, moesten ze het antwoord schuldig blijven. ‘Gewoon gezond eten, dat zou genoeg moeten zijn!’ Maar… dat dééd ik toch?
Ongeveer 15 jaar geleden |
Tijdens een ziekenhuisopname zei een dienstdoende cardioloog tegen me: ‘Wanneer je ooit in aanmerking wilt komen voor een harttransplantatie, zou ik maar eens gaan afvallen. Op deze manier maak je geen schijn van kans!’ Ik schrok enorm. Inmiddels woog ik meer dan 90 kilo, had ik een hoogrode kleur vanwege zuurstoftekort en werd bewegen alsmaar moeilijker. Ik kwam toen tot de conclusie dat er écht iets moest veranderen, omdat ik het anders niet zou overleven.
In overleg met mijn ‘eigen’ cardioloog kon ik naar een revalidatiecentrum, waar ik vier keer per week ging sporten. Binnen mijn mogelijkheden natuurlijk, maar het was aanzienlijk meer dan wat ik voorheen deed. Ook daar werd ik weer begeleid door een diëtiste. In die periode viel ik ongeveer 15 kilo af, maar het was een enorm zware strijd. Mijn leven bestond enkel uit revalidatie en bedrust, maar ik besefte dat het noodzakelijk was.
Na die 15 kilo stopte het. Wat ik ook deed… wat ik ook at… het lukte niet meer. Ik legde me erbij neer dat dit gewicht kennelijk bij mij paste, maar gelukkig was ik er niet mee.
Langzaam maar zeker ging de conditie van mijn hart verder achteruit, waardoor ik nóg minder kon bewegen. Er was zelfs een periode waarin ik in een rolstoel terechtkwam en overdag extra zuurstof moest gebruiken. Het werd van levensbelang om niet zwaarder te worden, want mijn hart zou dat niet aankunnen. Gelukkig kon ik het onder controle houden, maar het was opnieuw een strijd. Ik had eigenlijk voortdurend honger.
In januari 2007 - inmiddels zeven jaar geleden - onderging ik weer een ingrijpende hartoperatie, waardoor mijn conditie aanzienlijk verbeterde. Spoedig daarna besefte ik, áls ik nog wilde afvallen, dat het nú moest gebeuren. Opnieuw begon de strijd. De cardioloog en diëtiste waarschuwden me dat ik méér moest eten, maar ik had de ervaring dat ik dan niet af zou vallen. Door mijn hartproblemen heb ik een behoorlijke discipline ontwikkeld en ik at dus maandenlang maar 800 calorieën per dag. Ook hield ik me in deze periode heel streng aan mijn zoutbeperking. Ik bakte zoutloos brood voor mezelf en bereidde mijn maaltijden zonder kant-en-klaar-producten. Wel was ik vaak ziek en viel af en toe flauw. Ik had opnieuw dag en nacht honger, maar het hielp: ik viel af!
Dit hongerlijden heb ik ongeveer vijf maanden volgehouden. Mijn omgeving begon me te smeken op te houden, want ik ging er steeds slechter uitzien. Ook begon ik verjaardagen en feestjes te mijden, omdat ik daar dan iets zou moeten eten, en dat wilde ik niet.
Na 14 kilo wilde mijn gewicht niet verder dalen. Wat ik ook at (eigenlijk níet at), het ging niet meer. Ik was tevreden met het resultaat en vond het zo goed.
Maar ja… toen ik weer ‘gewoon’ ongeveer 1200 calorieën ging eten, kwamen de kilo’s natuurlijk langzaam terug. Ik bleef me wel aan het zoutarme dieet houden, want anders hield ik direct vocht vast. Maar ook dit kon niet voorkomen dat ik weer aankwam. Na verloop van tijd naderde ik opnieuw de 70 kilo en werd ik radeloos.
Wat kon ik nu nog doen? De rest van mijn leven hongerlijden? Daar had ik echt geen zin in. De brui eraan geven? Dat zou mijn dood worden! Maar wat dan?
Deskundigen konden me niet helpen. Ik deed alles volgens het boekje, maar het werkte gewoon niet. De gedachte aan mijn gewicht was op de achtergrond altijd aanwezig. Wanneer ik een etentje had, keek ik een week van tevoren al op internet of ik een menukaart kon vinden. Wat kon ik nemen? Wat was niet vet en niet zout? Ik droomde zelfs over eten en afvallen.
Rond 2010 veranderde ik van diëtiste en die was niet zozeer gericht op voeding, maar veel meer op het begeleiden van eetproblemen. Hoewel ik geen vreetbuien had en ook geen anorexia, realiseerde ik me wel dat ik een probleem had. Zij leerde me om anders naar mezelf te gaan kijken. Termen als ‘ik héb een gewicht, ik bén geen gewicht’, begonnen de kijk op mezelf langzaam wat te veranderen. Ik wist dat ik mijzelf mét overgewicht moest accepteren, omdat het anders de rest van m’n leven zou verzieken. Met haar hulp verdwenen de meest scherpe kantjes van de pijn, maar het gevoel dat mijn lichaam niet bij mij paste, bleef op de achtergrond altijd bestaan.
In juni 2013 adviseerde ze me wat minder fruit te eten als ik na de vakantie weer een paar kilo wilde afvallen. Hoewel ik natuurlijk best wist dat fruit veel (fruit)suikers bevat, dacht ik toch dat veel fruit eten heel gezond was.
Zij vertelde me toen wat meer over de werking van fruit en koolhydraten in mijn lichaam. We spraken af dat ik na de zomervakantie een periode minder koolhydraten zou gaan eten, om te kijken wat dat met mijn lichaam zou doen... Eerlijk gezegd verwachtte ik er niet veel van.
Half september werd ik door een vriendin (ook hartpatiënt) geattendeerd op de website van Yvonne Lemmers. In overleg met mijn diëtiste besloot ik dit 'dieet' te gaan volgen.
Het resultaat was schokkend.
Augustus 2013 - Vóór GOK |
Nu blijkt dat ik in de afgelopen 10 jaar het zout en vet voor een groot deel ingeruild heb voor suiker. In lightproducten wordt het vet vaak vervangen door suiker, en in natriumarme producten zit méér suiker dan in de zoute variant. Dat suikers óók vocht vasthouden was voor mij een openbaring.
Ik volg nu bijna vier maanden de leefwijze van Grip op Koolhydraten en mijn leven is totaal veranderd. Mijn strenge zoutbeperking én vochtbeperking zijn verleden tijd. Natuurlijk moet ik verstandig met zout omgaan, maar dat zou iedereen moeten doen Smile En, oh ja… niet onbelangrijk, ik viel ruim 10 kilo af!
Ik heb geen honger meer en als ik trek heb neem ik een tussendoortje. Ik ga uit eten met vrienden en kan normaal mee-eten.
Na een paar dagen ‘te veel’ volg ik ‘fase 1’ en de kilo’s vliegen er weer af.
Ook is mijn manier van denken over voeding veranderd. Lekker is niet per definitie ongezond. Ik geniet van producten die ik vroeger gemeden zou hebben. Mijn smaak en de inhoud van mijn kasten veranderden mee. Wat een verschil!
Ik wil nooit meer terug naar de oude situatie. Dat ik nu slank ben, vind ik heerlijk, maar dat ik van mijn eetprobleem af ben, vind ik nog veel belangrijker. Het voelt als een bevrijding!
Ik leef, eet en ben gelukkig!