Het grote nadeel van baksels van amandelmeel of andere koolhydraatarme meelsoorten vind ik dat de baksels vaak wat droog en kruimelig worden. Er moet dan eigenlijk enorm veel vetstof in om de boel aan elkaar te plakken. Dat komt natuurlijk omdat er geen gewone bloem wordt gebruikt. De gluten in de tarwe zorgen namelijk ook dat de structuur van het baksel beter wordt. Ook is amandelmeel natuurlijk een heel stuk duurder.
Ik wilde daarom eens proberen om een boterkoek te maken met duidelijk mínder bloem dan normaal, maar wel net genoeg om een mooie structuur te krijgen.
Ingrediënten voor 15 à 16 boterkoekblokjes:
100 gram koude roomboter1 ei
60 gram bloem
65 gram amandelmeel
40-50 gram erythritol
1 tl citroensap
Bereiding:
Verwarm de oven voor op 180 °C. Snijd de boter in kleine stukjes en mix deze met de erythritol goed door elkaar. Gebruik hiervoor een handmixer met deeghaken. Breek het ei boven een kopje en roer het goed los. Voeg de helft van het ei toe aan het deeg, samen met de bloem en het amandelmeel. Mix het met de deeghaken tot een glad, stevig deeg. Doe als laatste het zout en citroensap erbij en mix dit erdoor.
Bak de boterkoek nu 15-20 minuten. Afhankelijk van de grootte van jouw stukjes boterkoek, moet je de baktijd wat langer of korter maken.
De boterkoekblokjes bevatten ongeveer 2,5 gram koolhydraten extra als je het vergelijkt met het gebruik van alléén amandelmeel. Dat is dus best weinig! Officieel zijn de blokjes natuurlijk gok-oranje, maar voor je uurtje zijn ze heel geschikt én voordeliger! Voor een feestdag is een groter stuk van deze boterkoek natuurlijk nog altijd beter dan taart met bloem én suiker!